2.4

Verantwoording

Verenigingen en stichtingen zijn verplicht uiterlijk zes maanden na het afsluiten van het boekjaar een jaarrekening te presenteren. Ook zijn ze verplicht een jaarverslag te maken. De jaarrekening geeft zicht op het financiële verloop in het afgelopen jaar, terwijl het jaarverslag zicht geeft op de activiteiten. Eventueel kunt u de jaarrekening opnemen in het jaarverslag, maar dat is niet verplicht. Beide moeten bovendien afzonderlijk gemaakt worden. In het spraakgebruik wordt met ‘jaarverslag’ vaak het gehele boekwerk aangeduid, en het louter financiële deel met 'jaarrekening'.


Bij verenigingen spreekt de wet niet over de ‘jaarrekening', maar over ‘balans plus staat van baten en lasten met een toelichting'. Ook wordt wel gesproken van een ‘resultatenrekening' of ‘exploitatierekening'.
Als organisatie heeft u een administratieplicht. Dit wil zeggen dat u de jaarrekening 7 jaar lang moet bewaren.

Het jaarverslag is eenvoudigweg een verslag van wat er in het voorgaande jaar is ondernomen en heeft plaatsgevonden. Vooral voor leden of donateurs, gemeenten en andere geïnteresseerden kan dit een handig instrument zijn om inzichtelijk te maken hoe u aan het behalen van uw doelen heeft gewerkt.

In principe brengt u het jaarverslag op papier uit, maar steeds vaker verschijnt het ook als videoverslag, animatiefilm of vlog. Immers, hoe wervender u inzichtelijk kunt maken wat u heeft gedaan en wat dat heeft opgeleverd, des te groter de kans dat geïnteresseerden ook volgend jaar bij uw organisatie betrokken willen blijven.


Voor uitvoeriger toelichting op het hoe en waarom van de jaarrekeningen kunt u terecht bij de Kamer van Koophandel.



Geraadpleegde bronnen
Bekijk hier de geraadpleegde bronnen.