Tips en tricks voor een gesprek met een journalist

Voor het gesprek begint
• Verzamel zoveel mogelijk informatie: vraag wie de interviewer is, waar hij/zij voor werkt, over welk onderwerp hij/zij het wil hebben, welke specifieke vragen hij/zij zal stellen, wie hij/zij nog meer aan het woord zal laten, hoeveel tijd er beschikbaar is, etc.

• Bereid het gesprek altijd inhoudelijk voor. Zorg er ook voor dat u een mail of persbericht klaar heeft staan die u na het gesprek ter informatie kunt mailen.

• Stem uw boodschappen af op de journalist. Maak deze voor hem/haar zo relevant mogelijk.

• Bepaal vooraf welke kernboodschappen u zeker kwijt wilt en welke formulering u het best ligt.

• Bepaal ook wat u niet kwijt wilt.

• Maak vooraf concrete afspraken over inzage in de kopij om feitelijke onjuistheden te kunnen bijstellen en kom deze afspraken na. Laat u niet afschrikken door tegenargumenten als ‘deadline’ of ‘geen tijd’!

• Wees beducht op relaties met derden (privacy, vertrouwelijkheid enz.).

• Ga een zwaar interview het liefst niet alleen in.

Tijdens het gesprek
• ‘Off the record’ bestaat niet. Wees voorzichtig met journalisten die u niet kent, maar wees nog voorzichtiger met journalisten die u goed kent. Een interview is pas voorbij als ‘de deur op het nachtslot zit’. De laatste vraag is nooit echt de laatste vraag.

• Beantwoord vragen van journalisten kort en krachtig,, maar wees uitvoerig en inspirerend over uw eigen expertise.

• Vermijd lange zinnen en beperk daarmee het risico dat u zichzelf ‘vast' praat. Een langdradig antwoord ontkracht zichzelf.

• Laat u niet meeslepen in een negatieve vraagstelling en probeer een negatieve insteek altijd om te buigen naar een positief aspect. Breng nieuws positief, zonder ongeloofwaardig te worden.

• Vraag door als open vragen verschillend geïnterpreteerd kunnen worden.

• Wees open, maar durf ook uitspraken over bepaalde zaken achterwege te laten.

• Communiceer nooit onwaarheden. Hoor en wederhoor zullen u inhalen.

• Wees u bewust van non-verbale communicatie. Neem een actieve, geïnteresseerde houding aan (rechtop, kin omhoog) en durf enthousiast te zijn (ook al kent u het nieuws al maanden). Ook aan de telefoon hoort iemand of u bijvoorbeeld een glimlach op uw gezicht heeft.

• Vermijd jargon. Leg een begrip liever uit aan de hand van een voorbeeld.

• Bescheidenheid is goed, maar wees reëel over datgene waarin de organisatie sterk is.

• Geef alleen antwoord op vragen waar u echt verantwoordelijk voor bent. Verwijs in andere gevallen altijd door naar de verantwoordelijke.

• Geef nooit op. Denk niet ‘laat maar zitten’, maar grijp de kans om foute conclusies recht te trekken.

• Gebruik geen formuleringen als ‘we hopen, we geloven, we proberen en we denken’, maar ‘we weten het zeker’.

• Laat u in principe niet uit over concurrenten.

• Spreek niet over ‘concurrentiegevoelige’ informatie; dat geeft blijk van angst.

Na het gesprek
• Bepaal direct na het gesprek wat lastige vragen zijn geweest en formuleer daar eventueel alsnog het juiste antwoord op. Maak een lijst van deze vragen en houd deze voor uzelf bij.

• U mag altijd discussiëren over feitelijke onjuistheden, maar een journalist is vrij om interpretaties aan het gesprek te geven. Zoek - indien het een prioriteitspunt betreft - naar andere ingangen. Overigens is er meestal niet veel ruimte voor extra tekst.

• Is een bericht foutief weergegeven, bepaal dan wat het u waard is om rectificatie af te dwingen. Stuur liever aan op het verstrekken van aanvullende informatie en laat de journalist de keuze. Dat dwingt respect af, laat de journalist in zijn waarde en biedt ruimte voor de toekomst.

• Bepaal in geval van inzage vooraf hoeveel kritiek u op een conceptartikel heeft, maar probeer niet alles ‘binnen te halen’. Stel prioriteiten.

• Ventileer reële kritiek op een conceptartikel, maar laat ook doorklinken wat u goed vindt.